Hoofdstuk 1: Projectdefinitie

 

1.1 Uitdaging

De vraag is ontstaan bij een goede bekende van een docent van de minor Ergonomisch Ontwerpen aan Avans Hogeschool Tilburg. De opdrachtgever heeft namelijk alleen zicht aan het rechteroog. De opdrachtgever rijdt probleemloos in een auto. Daarnaast reed hij in het verleden veel motor, maar sinds het zicht aan het linkeroog weg is, vrijwel niet meer. ‘Hoe kunnen wij er voor zorgen dat iemand met goed zicht aan maar één oog (weer) veilig deel kan nemen aan het verkeer?’

 

1.2 Aanleiding

De vraag is dus vanuit een bekende van een docent van de minor aangekaart. Het is dus vanuit één persoon gekomen, echter zullen meer mensen die nog maar met één oog goed kunnen zien dit probleem ervaren. De oorspronkelijke opdrachtgever gaf aan geen problemen te hebben met autorijden, maar wel met motorrijden. Wellicht ondervinden andere mensen wel problemen met autorijden, waarvoor de oplossing ook van dienst kan zijn.

Het probleem bestond al langer bij de opdrachtgever, nu wordt de opdracht gebruikt tijdens de minor om een oplossing te bedenken.

 

1.3 Doelstelling

Na 20 weken hebben vijf studenten van de minor Ergonomisch Ontwerpen een oplossing bedacht en getest waarmee mensen met goed zicht aan één oog (weer) veilig deel kunnen nemen aan het verkeer op een motor of andere voertuigen.

 

1.4 Projectresultaat

Aan het einde van de 20 weken heeft de projectgroep een getest prototype opgeleverd waarmee de opdrachtgever baat kan hebben tijdens het motorrijden, inclusief een onderbouwd onderzoeksrapport.

 

1.5 Afbakening

Er wordt een getest prototype opgeleverd met een onderbouwd onderzoeksrapport. Met het prototype moet de opdrachtgever veilig deel kunnen nemen aan het verkeer op de motor. Het prototype moet getest worden op een veilige locatie, of een gesimuleerde locatie. Het is te riskant om het prototype te testen in het verkeer, omdat dit niet veilig is voor de testpersoon zelf en voor de omgeving. De projectgroep gaat zich niet bezighouden met het productieklaar maken van het prototype.

 

1.6 Effecten

Sommige mensen kunnen het plezier terug vinden van het deelnemen aan het verkeer. Anderen krijgen weer het gevoel van veiligheid terug. Als mensen, die het voorheen niet durfden, met de oplossing op de snelweg gaan rijden, gaan ze waarschijnlijk lange afstanden rijden. Op kleine schaal betekent dit ook dat er meer brandstoffen worden verbruikt.

Het effect moet ook zijn dat er een groep extra deel gaat nemen in het verkeer, wellicht met name de snelweg. Dit kan negatief zijn voor het totale verkeer. Het kan ook zo zijn dat er voortaan op de voertuigen wordt aangegeven dat de bestuurder gebruik maakt van de oplossing, hiermee kunnen de overige weggebruikers rekening houden.

 

1.7 Gebruikers

De doelgroep bestaat uit weggebruikers met goed zicht aan maar één oog.

 

1.8 Randvoorwaarden

Er moet binnen de beschikbare 20 weken gewerkt worden en binnen het budget van €750,-. Binnen de 20 weken moet het prototype getest zijn door de doelgroep in de geschikte situatie. De 1680 studie-uren zijn behaald en effectief benut. Het gehele onderzoek staat beschreven in het onderzoeksrapport volgens de rubriek.

 

1.9 Relaties met andere projecten

Er zijn geen relaties met andere projecten.

​

​

Hoofdstuk 2: Activiteitenplan

​