top of page

 ERGONOMISCHE ANALYSE 

Ergonomie is de wetenschappelijke studie van de mens in relatie tot zijn omgeving. Dit kan een

product, ruimte of werkplek zijn. Ergonomie is vooral gekend in werksituaties, maar is ook vervat

in ons dagelijks leven. Er wordt onderscheidt gemaakt tussen fysieke-, sensorische- en cognitieve

ergonomie. Het onderzoek wordt gericht op motorrijders met zicht problematiek aan één oog,

waarbij de focus wordt gelegd op het invoegen. Hierom zijn ergonomische analyses gericht op het

invoegen op de snelweg met zicht aan één oog.

 

In de interactie tussen mens en product zijn de lichamelijke aspecten van de mens die het meest opvallen, omdat ze direct zichtbaar zijn. Fysieke ergonomie gaat dan ook over menselijke anatomie, antropometrie, fysiologie, biomechanica in relatie tot fysieke activiteit. Om dit in beeld te brengen is de Mens-Product Interactiemodel (MPI) gebruikt. Deze wordt hieronder in figuur 1 weergegeven.

​

Figuur 1

​

Het is nog onduidelijk in welke vorm, het invoegen met zicht aan één oog, opgelost gaat worden. Het is dus onmogelijk om nu met zekerheid te zeggen welk ontwerptype er bij de oplossing past. Voor de prototype wordt verwacht dat er een Gemiddelde ontwerptype wordt gebruikt. Een MPI model voor het product kan er dus als volgt uitzien voor een denkbeeldige casus waarin de gebruiker wil invoegen:

​

M Input: De gebruiker ziet het einde van de invoegstrook naderen

M Throughput: De gebruker besluit dat hij in wil voegen

M Output: De gebruiker oefent kracht uit op een knop

P Input: De knop wordt ingedrukt door externe kracht

P Throughput: Elektrische signalen gaan richting de sensoren om te checken of invoegen veilig kan

P Output: De sensoren gaan aan en meten verkeer uit de omgeving

O: Het is veilig om in te voegen

P Input: De sensoren nemen waar dat de omgeving veilig is

P Throughput: Elektrische signalen gaan naar het waarschuwingssysteem

P Output: Het systeem geeft aan dat de omgeving veilig is

M Input: De gebruiker neemt de waarschuwing waar

M Throughput: De gebruiker besluit dat er ingevoegd kan worden

M Output: De gebruiker voert kracht uit op het stuur

P Input: Er wordt kracht geleverd op het stuur

P Output: De motor schuift een baan op

​

Fysieke ergonomie

Bij het invoegen zijn er twee bepalende maten van belang. Dit is ten eerste de kijkhoek van de ogen. In Figuur 2 en 3 is te zien dat mensen met zicht aan twee ogen een kijkhoek van in totaal 70Ëš hebben wanneer ze recht vooruit kijken. Hierbinnen zijn dingen prima te overzien, daarbuiten vallen ze in de perifere visie of geheel buiten het zicht. Voor mensen met zicht aan maar één oog wordt dit iets anders. Hieronder is een schematische weergave van het maximale zichtveld wat een persoon per oog heeft. Met zicht aan bijvoorbeeld enkel het rechteroog valt er dus aan de linkerkant 35Ëš weg. Om hier visueel te kunnen waarnemen zal de persoon zijn of haar hoofd moeten draaien.

​

Figuur 2 (college ergonomie)                                                       Figuur 3 (college ergonomie)

​

De draaihoek van het hoofd is ook een bepalende maat. Wanneer iemands lichaam zich in een gefixeerde positie bevindt, zoals bijvoorbeeld op een stoel of een motor, dan is het niet altijd mogelijk om het gehele lichaam te draaien. De maximale kijkhoek wordt dan bepaald door de draaihoek van het hoofd, ook wel het hoofdveld genoemd. In de figuur 4 is te zien hoe groot het hoofdveld van iemand met zicht aan beide ogen is (ervan uitgaande dat er geen nek- of rugproblemen zijn). Iemand die zich aan één oog mist zal dus 35Ëš minder aan de andere kant kunnen zien.

​

Figuur 4 Draaihoek van het hoofd (startpagina, 2009)

​

Wanneer iemands lichaam zich in een gefixeerde positie bevindt, zoals bijvoorbeeld op een stoel of een motor, dan is het niet altijd mogelijk om het gehele lichaam te draaien. De maximale kijkhoek wordt dan bepaald door de draaihoek van de nek, ook wel het hoofdveld genoemd. In de afbeelding hierboven is te zien  hoe groot het hoofdveld van iemand met zicht aan beide ogen is (ervan uitgaande dat er geen nek- of rugproblemen zijn). Iemand die zicht aan één oog mist zal dus 35Ëš minder aan de andere kant kunnen zien.

​

Sensorische ergonomie

Om te begrijpen waar de moeilijkheden zitten van motorrijden met één oog moet er naar de verschillende zintuigen die gebruikt worden. Het belangrijkste en meest voor de hand liggende zintuig is zicht. Daarnaast wordt er ook gebruik gemaakt van de zintuigen tast en gehoor. Deze twee zintuigen worden gebruikt tijdens het motorrijden, maar worden minder intensief gebruikt als zicht.

​

Zicht

Zicht is het belangrijkste zintuig wat in het verkeer gebruikt wordt. Allereerst is het zeer belangrijk dat er gelet kan worden op het overige verkeer. Wanneer dit niet zou kunnen is de kans groot dat er ongelukken gebeuren door botsingen met medeweggebruikers. Ook moet er gelet worden op borden langs de weg die aangeven wat mag of niet mag. Door de noodzaak van goed zicht in het verkeer zijn er ook strenge regels in het verkeer waardoor mensen met te slecht zicht niet met een voertuig in het verkeer mogen. Meer over deze regels is te vinden in de literatuurstudie.

 

Wanneer er gekeken wordt naar mensen die maar één oog kunnen gebruiken in het verkeer zijn er dus ook een aantal moeilijkheden te vinden. Allereerst is de kijkhoek van mensen met één werkend oog een stuk kleiner. Hierdoor moet de verkeersdeelnemer op een andere manier gebruik gaan maken van zijn of haar gezichtsveld. In figuur 5 is te zien hoe groot het gezichtsveld is per oog. Hierbij is te zien dat er ongeveer 35° zicht wegvalt wanneer een oog niet meer werkt.

​

Figuur 5 (Oogartsen.nl, 2017)

 

Een probleem wat hierdoor wordt veroorzaakt is dat deze weggebruiker veel meer moet gaan bewegen om het juiste gezichtsveld te hebben. Dit kan ervoor zorgen dat bestuurders wegkijken waardoor zij het overige verkeer minder goed in de gaten kunnen houden.

Een ander probleem is dat mensen met één oog net zo veel informatie binnen moeten krijgen als iemand die zicht heeft met twee ogen. Dit zorgt ervoor dat deze mensen eerder overprikkeld kunnen raken. Als voorbeeld kan er een druk kruispunt genomen worden. Wanneer een gemiddelde bestuurder hier aan komt rijden zal hij goed moeten concentreren op de borden die langs de weg staan en op het andere verkeer dat zich op de kruising bevindt. Als een bestuurder met één oog op dit kruispunt terecht komt moet hij of zij al deze informatie met slechts één oog verwerken. Dit kan er voor zorgen dat er eerder fouten gemaakt worden tijdens het rijden. Daarnaast kan het ook zijn dat de bestuurder mentaal een stuk zwaarder wordt belast. Hierover meer in het gedeelte “Cognitieve ergonomie.”

​

Tast

Wanneer er op een motor gereden wordt zijn er een aantal acties die verricht worden op basis van tast. Dit gedeeltelijk omdat sommige mechanismen tijdens het rijden niet gemakkelijk gezien kunnen worden, maar ook omdat acties verricht moeten worden op de inschatting van de bestuurder. Zo is het schakelen op een motor gedeeltelijk bediend door de voet. Wanneer de koppeling wordt ingeknepen moet er met de voet geschakeld worden naar een volgende versnelling. Dit gebeurt voornamelijk op tast omdat er niet de hele tijd naar beneden gekeken kan worden.
Een ander voorbeeld is de gashendel. Om gas te geven moet deze hendel gedraaid worden. Dit moet op tast gedaan worden omdat er niet te snel ineens gas gegeven moet worden. Om hiervoor te zorgen geeft de hendel feedback voor de gebruiker in de vorm van weerstand. Hierdoor voelt de gebruiker aan hoeveel gas er wordt gegeven.

​

Auditief

Het gehoor is ook een zintuig dat gebruikt wordt tijdens het motorrijden. Zo gebruiken bestuurders hun gehoor om te horen of er verkeer in de buurt is. Zo kan er samen met zicht bepaald worden of de situatie veilig is of dat er verkeer aankomt wat voorrang heeft. Daarnaast wordt gehoor ook gebruikt om te beoordelen of het voertuig doet wat het moet doen of dat het voertuigen niet gebruikt wordt zoals bedoeld. Een voorbeeld hiervan is het geluid dat een een auto maakt wanneer er gas wordt gegeven terwijl de versnelling in de neutrale positie staat. De auto maakt hierdoor een flink kabaal waardoor de bestuurder weet dat er iets mis is.


Toch is er in het geval van motorrijders een kanttekening te maken over het gebruik van geluid in het verkeer. Wanneer een motorrijder zich in het verkeer begeeft, komen er veel geluiden binnen. Dit komt doordat een motor geen kabine heeft met een geluiddempend effect. Zo komen geluiden als bandenwrijving, luchtweerstand en machinegeluid een stuk harder binnen bij de bestuurder van de motor. Hierdoor zullen sommige geluiden overstemt worden door het achtergrondgeluid.
 

Cognitieve ergonomie

Wanneer het gaat over cognitieve ergonomie wordt er gekeken naar hoe het brein omgaat met de prikkels die worden aangeleverd door de verschillende zintuigen in het lichaam. In het brein worden a deze signalen ontvangen, opgeslagen, omgezet en doorgezet. Om te begrijpen hoe dit werkt bij de doelgroep moet er gekeken worden hoe het pad van de prikkels anders verloopt als bij iemand die twee ogen gebruikt.

​

Signalen ontvangen

Mensen die gebruik maken van twee ogen krijgen prikkels via de ogen dubbel binnen. Dit zorgt ervoor dat de hersenen dubbele beelden krijgen die samen verwerkt worden tot één beeld. Wanneer er zicht wegvalt aan één oog zal dit zorgen voor verwarring in de hersenen en kan er minder goed met de prikkels omgegaan worden. De hersenen wennen er na een bepaalde tijd aan dat het zicht van één oog wegvalt. (https://www.oogartsen.nl/oogartsen/zenuwen_oogkas/oogzenuw_bouw_functie_hersenzenuwen/)

 

Dit is iets wat in gedachten gehouden moet worden wanneer er een oplossing wordt bedacht voor dit probleem in het verkeer. Wanneer er te veel prikkels tegelijk binnen komen over één bepaald zintuig zorgt dit ervoor dat informatie minder goed binnen komt.

 

Ook moet er gedacht worden aan routines die motorrijders met één oog momenteel zich al hebben aangeleerd. Zij zullen zich bewust zijn van hun gebrek aan zicht en zullen vanwege dit ook al een oplossing hebben bedacht voor henzelf. Zo zullen sommige bestuurders simpelweg een stuk verder draaien om hun beperkte zicht te vergroten.

 

Omgevingsergonomie

 

Met betrekking tot de omgeving moet er rekening worden gehouden met de volgende factoren:

​

Verlichting:

  • Er zitten geen opvallende lampen aan het product die andere bestuurders storen.

  • Indien het product een display heeft is dit een duidelijk LED beeldscherm dat onder gele straatverlichting nog zichtbaar is.

  • De LED-display moet nog zichtbaar zijn als de zon schijnt.

 

Trilling:

  • Het product moet stevig genoeg zijn om tegen trillingen te kunnen die tijdens het motor rijden worden gecreëerd.

 

Geluid:

  • Verkeersgeluid moet nog duidelijk hoorbaar zijn terwijl het product gebruikt wordt.

 

Weer:

  • Het product moet waterbestendig zijn, voornamelijk tegen neerslag.

  • Het product moet hittebestendig zijn, bijvoorbeeld bij extreme hitte in de zomer.

  • Het product is bestand tegen luchtwrijving en moet stevig op zijn plaats blijven zodra er met hoge snelheden wordt gereden.

​

Conclusie

Uit deze analyses is gebleken dat er een aantal maten bepalend is voor het ontwerpen van een oplossing. Zo is het erg belangrijk om te weten hoe groot de kijkhoek is voor mensen die maar één oog kunnen gebruiken. Daarnaast moet er gedacht worden aan manier waarop deze mensen prikkels binnen krijgen tijdens het motorrijden. Zo krijgen deze bestuurders al erg veel prikkels binnen via de ogen. Het zou daarom beter zijn om een oplossing te bedenken die signalen afgeeft aan andere zintuigen dan de ogen. Hierbij kan gedacht worden aan signalen die gegeven worden aan de tastzintuigen of de auditieve zintuigen. Wel moet er bij audio gedacht worden aan een manier waardoor het geluid daadwerkelijk te horen is.

​

Bibliografie

Oogartsen.nl. (2017) Oogheelkunde. Opgehaald van gezichtsveldonderzoek: http://www.oogartsen.nl/oogartsen/onderzoeken/gezichtsveld_onderzoek

startpagina. (2009). gezondheid. Opgehaald van https://www.startpagina.nl/v/gezondheid/vraag/16412/links-kijk-rechts

​

bottom of page