top of page

 PROTOTYPE - TESTPERSONEN 

Resultaten

Tijdens de eerste test werd al snel duidelijk dat het prototype nog niet geschikt was voor deze methode van testen. Tijdens de bouw van het prototype is het helaas noodzakelijk geweest om enkele concessies te doen, die de kijkhoek hebben gereduceerd van 30Ëš naar 15Ëš. Dit, in combinatie met de verwerkingstijd die de Arduino nodig heeft om de signalen door te kunnen geven, zorgde ervoor dat deze testen niet verliepen zoals gehoopt. De overgang tussen de verschillende frequenties in de feedbackpiepjes duurt een fractie van een seconde te lang om in deze situatie fatsoenlijk mee uit de voeten te kunnen.

Er is daarom besloten om de rest van de testen op een andere manier uit te voeren. De testpersonen krijgen nu de helm op, waarbij het vizier wordt afgeplakt. Ze worden dan gedesoriënteerd en met hun rug enkele meters van een muur afgezet. Dan worden ze gevraagd om achteruit te lopen en ondertussen aan te geven wat ze denken en hoever ze denken dat ze zich van de muur bevinden. Hiermee wordt nog steeds getest of de testpersonen de omgeving achter zich kunnen waarnemen zonder te mogen kijken. Ook kan er gezien worden of de feedback intuïtief werkt. De resultaten zijn verdeeld op vier vlakken van ergonomie: sensorische, fysieke, cognitieve en omgevingsergonomie.

​

Sensorische ergonomie

Eén van de eerste resultaten die naar voren komen gaan over de piep die de gebruikers te horen krijgen. De piep werd door nagenoeg alle testpersonen omschreven als ‘vervelend’ en ‘irritant.’ Alle vijf de testpersonen zeggen dat dit komt door de toonhoogte van de piep. Daarnaast vonden drie van de vijf testpersonen dat de piep te hard klonk. Hier kwamen twee personen op terug, omdat zij zich hierna meer gingen plaatsen in het rijden op een motor met het omgevingsgeluid van een openbare weg. Een ander punt wat dat vier van de vijf personen wordt opgemerkt is dat de frequentie van de piepjes niet goed klinkt. Zij vinden dat de piepjes een stuk sneller achter elkaar zouden moeten klinken wanneer er iets erg dichtbij is. De vijfde persoon had hier geen op- of aanmerkingen voor.

​

​

Figuur 1 Prototype

Fysieke ergonomie

Het prototype is niet bewust gebouwd op het gebied van fysieke ergonomie. Dit komt doordat er ten eerste al door de maker van de helm is gekeken naar de ergonomische aspecten van het maken van een helm. Daarnaast is er niet genoeg kennis en materiaal aanwezig geweest bij het maken van het prototype. Hierdoor is ook besloten een proof-of-concept te maken.
Tijdens de testen zijn er echter wel een aantal zaken naar voren gekomen die iets zeggen over de fysieke ergonomie van het prototype. Zo zei één van de vijf testpersonen dat zij het prototype erg zwaar op het hoofd vond. Een ander testpersoon zei dat hij de helm juist niet zwaar vond.

​

Cognitieve ergonomie

Tijdens de testen werd er door drie personen de vergelijking gemaakt tussen de ‘iRide’ en achteruitrijsystemen in auto’s. Met deze informatie kan er gezegd worden dat het principe waarop de helm werkt bekend is onder een gedeelte van de testgroep. Zo was ook tijdens de test te zien dat de testgroep vrij gemakkelijk overweg kon met het prototype. Zij vallen hierdoor onder het confrontatietype ‘plannen.’ Het valt nog niet onder routine vanwege het opstarten van het prototype: het was niet per direct duidelijk welke knop waarvoor diende.

​

Omgevingsergonomie

De piep die gegeven moet worden heeft veel te maken met de omgeving waarin de piep te horen moet zijn. Zo gaven vier van de vijf mensen aan dat zij dachten dat de piep hard genoeg zou zijn voor tijdens het rijden op een motor. De vijfde persoon dacht dat de piep nog steeds te hard zou zijn.
Naast het geluid wordt er gedacht dat het prototype in ieder geval niet zo op de weg zou kunnen verschijnen.

​

Conclusie en discussie

Hoewel de testpersonen wel in kunnen schatten hoever ze zich van objecten achter zich bevinden, laat de feedback nog te wensen over. Zo is de piep irritant en is de frequentie te laag. Wel wordt er gedacht dat de piepjes luid genoeg zijn voor op de motor. Verder is er te merken dat er makkelijk met het apparaat om wordt gegaan, het is niet moeilijk in gebruik.

Bij deze resultaten zijn er wel een aantal kanttekeningen te plaatsen. Zo wordt er tijdens de testen uitgegaan van een proof-of-concept. Dit wil zeggen dat er voornamelijk gekeken wordt naar het principe achter iRide. Zo is het resultaat ‘de helm is te zwaar’ te verwaarlozen, de helm zal op een geheel andere wijze in elkaar zitten in het eindproduct.
Daarnaast zijn er ook een aantal resultaten uitgekomen die in het prototype niet verholpen kunnen worden. Dit zijn de frequentie en de toonhoogte van de piep. Deze kunnen niet veranderd worden vanwege de limitatie van de hardware. Tijdens het programmeren is gebleken dat de hardware geen andere tonen aan kan en dat de hoogste frequentie van het prototype, ook de hoogste frequentie is die de hardware aan kan.

Op het uiteindelijke ontwerp wordt er gebruik gemaakt van camerabeelden met herkenningssoftware, in plaats van de infraroodsensoren die op het prototype zitten. Hiermee vallen een aantal genoemde beperkingen weg.

bottom of page