top of page

 ROLLENSPEL 

Om ons beter in de doelgroep te kunnen verdiepen is er besloten om een analyse in de vorm

van een rollenspel te doen. Omdat we geen concrete opdrachtgever hebben voor dit onderzoek,

is het belangrijk dat we zelf ervaren hoe het is om beperkt zicht te hebben. Hierdoor kunnen we

ons verplaatsen in de doelgroep en we kunnen uit de bevindingen eisen trekken. Hiervoor is de

projectgroep een middag lang met één afgedekt oog door het leven gegaan. De bevindingen

daarvan zijn hieronder te lezen.

​

Op dinsdag 26 september heeft de projectgroep zelf kunnen ervaren hoe het is om de dagelijkse handelingen te verrichten met zicht aan één oog. Aan het begin was dit heel onwennig. Er werd gestart met het volgen van een college. Daarbij viel vooral te merken dat de ogen nog even moesten wennen aan het zicht. Ieder groepslid had één oog afgeplakt met toiletpapier, drie projectleden hun rechteroog en twee projectleden hun linkeroog. Op deze manier kon het afgeplakte oog nog wel open en werd het niet te zeer geïrriteerd door het materiaal. Echter was het zo dat er wat nog steeds wat licht onderdoor scheen, waardoor er door het afgeplakte oog wel een wit beeld waargenomen werd, in plaats van geen beeld zoals bij mensen met één oog. Hierdoor duurde het lang voordat iedereen een beetje gewend was aan het nieuwe zicht. Gedurende de tijd wenden de ogen aan het beperkte zicht.

Uiteraard was de kijkhoek verkleind aan de kant waar het oog was afgeplakt. Tijdens het college merkten we dat het onmogelijk was om de mensen naast ons te zien die aan de kant van het afgeplakte oog zaten. Ook werden we sneller getriggerd door geluid en waren we veel sneller geneigd om even om te kijken om te zien wat er gebeurde wanneer we iets hoorden. Wellicht werd het gehoor scherper aan de kant van het afgeplakte oog omdat daar een ander zintuig weg was gevallen. Het kan ook zijn dat de we toch wel de controle terug wilden hebben over wat er gebeurt aan de kant waar we niks konden zien, waardoor we meer gingen letten op het geluid aan die zijde.

​

Figuur 1

​

Om verder te ontdekken waarin we misschien werden beperkt in het dagelijks leven met zicht aan maar één oog, gingen we kleine oefeningen doen. Dit waren oefeningen omtrent coördinatie en dus ook diepte zien. Dit bleek lastig te zijn. Een balletje vangen was niet zo gemakkelijk als wanneer je dat zou doen met zicht aan twee ogen. Dit zou kunnen liggen aan het feit dat we banger waren om de bal tegen ons aan gegooid te krijgen, dus dat we van te voren al dachten dat we de bal niet zouden kunnen vangen. Ook was het moeilijk om je eigen wijsvingers naar elkaar toe te brengen omdat je diepte niet heel goed in kan schatten. Diepte zien gaat wel beter na verloop van tijd, wanneer je oog beter gewend is aan de nieuwe manier van zien.

 

Ook hebben we ervaren hoe het is om te fietsen met zicht aan één oog. Slalommen bijvoorbeeld ging goed. Met één oog valt goed in te schatten waar voorwerpen en dus ook andere weggebruikers zich bevinden. Achterom kijken is wel lastiger. Je moet je hoofd en/of lichaam verder draaien om te zien wat er achter je staat/rijdt. Het filmpje hiervan is onderaan deze pagina te bekijken. Uit figuur 2 en 3 blijkt dat men met een werkend oog 160Ëš kan zien. Als één oog wegvalt, mist men 40Ëš in het gezichtsveld. Daardoor moet men verder draaien om toch te kunnen zien wat een weggebruiker moet zien.

​

Figuur 2

​

Figuur 3

​

Video 1

​

Conclusie

We hebben ervaren dat zicht aan één oog niet per se een probleem is. Diepte zien en inschatten is lastig als pas net het zicht aan een oog is weggevallen, maar door middel van gewenning trekt dat goed bij. Wel is het zo dat het zicht veld minder groot wordt en dit merk je in de praktijk. Zo moet je verder omdraaien om het missend stuk, wat je bij een normaal zicht veld ziet, te kunnen zien.

​

bottom of page